Onderstaande tekst is uitgesproken bij en Wake voor Detentiecentrum Zeist op 1 oktober 2022:
Voor deze wake is er genoeg materiaal. In Ter Apel slapen er weer mensen buiten. Nu niet in de hitte, maar in de regen. Ondertussen is de eerste regeling geformaliseerd, die de rechten van de asielzoekers verminderd. Ik ga er hier niet verder op in, maar ik laat straks een lied van Kikki Schippers horen, wat dit heel precies duidt.
Ik wil u wat dingen noemen vanuit het ChristenUnie-partijcongres, waar Simone en ik gisteren zijn geweest. Ik hergebruik wat materiaal.
Ik heb mijn aanmelding de aanbeveling gegeven. Zouden we kunnen afzien van het spreken over asielzoekers als stromen. Dat is dehumaniserende taal. Het roept bij Nederlanders de reflex op te beheersen, en zaken onder controle te krijgen. Deze manier van praten maakt dingen onzichtbaar. Laten we over asielzoekers spreken als over planten. Dat past ook binnen het verkiezingsprogramma dat het heeft over mensen die moeten kunnen floreren.
Maar toch centraal moment nam Don Ceder het woord. We moeten de situatie tot rust brengen. Daarom moeten we instroom beperken. Rust klinkt mooi, en die rust zal goed zijn voor de asielzoekers die in Nederland toegelaten zijn. Die rust is niet weggelegd voor de mensen die worden uitgesloten. Het wordt instroom maakt dat onzichtbaar.
Tijdens de koffie sprak ik met een ondersteuner van de fractie. Hij was bang dat Nederland zou overstromen met vluchtelingen, als wij ze de kans zouden geven. Water gaat naar het laagste punt tenslotte Ik was het niet met hem eens. Ik heb veel mensen hier gesproken met een enorme heimwee naar hun geboortegrond. Die konden ze pas verlaten toen het niet meer anders kon. Dat ziet we ook aan de aantallen. Van de bedreigde mensen bereiken er maar een paar ons land.
Tijdens het congres mochten we aanbevelingen geven. Iemand uit de zaal had een goede suggestie. Geef de vreemdeling zekerheid. Het moeten wachten, beschadigt ze, en zal hun uiteindelijke leven in Nederland moeilijker maken. Ze hebben zorg nodig, zodat ze kunnen groeien en tot bloei kunnen komen. Dat is beter voor Nederland.
En dan Anisa. We hebben haar briefje gehoord. Wat zij zegt, is dat het leven dat zij in Nederland begonnen is in Iran niet kan voortzetten. Dat de wortels die zij hier gemaakt heeft, de Nederlandse taal, haar Nederlandse vriendjes en vriendinnetjes, in Iran niet meer verder kunnen groeien. Dat ze alleen nog maar een plaats hebben in de herinnering. Dat geld ook voor haar klasgenoten. Als zij Anisa verliezen aan uitzetting, zal het zijn of her iets losgescheurd wordt, als een wortel die uit de grond getrokken wordt, en waar de haarvaten achterblijven, en niet meer verder kunnen groeien. En juist die worteling is de essentie van ons mens-zijn
Daarom doe ik ook hier nogmaals de oproep. Denk over asielzoekers als over planten. Ze willen wortelen, ze hebben zorg nodig, maar ze kunnen ook tot bloei komen en vrucht dragen. Dat is beter voor iedereen.
Ik ben geschrokken over het woord asielstromen dat de voorzitter van de ChristenUnie gebruikt. Mensen worden vergeleken met watermassa’s. Als dat in de bijbel gebeurd, worden op deze manier de vijandige volken beschreven. Bij Nederlanders appelleert dit aan de reflex om te beheersen. De voorzitter is echter niet de enige die deze woorden gebruikt; het zwerft door allerlei beleidsstukken.
Deze manier van spreken heeft een ontmenselijkend effect. Als wij als ChristenUnie spreken over mensen vergelijken we ze graag met planten. Het woord floreren is centraal is ons verkiezingsprogramma, en het herinnert aan de terugkeer naar het paradijs.
Ik zou alle leden van de ChristenUnie, maar vooral degene die bijdragen aan het publieke debat, om ook over asielzoekers te spreken in de beeldspraak van planten. Want dan begrijpen we hun pijn om hun geboortegrond te verlaten, krijgen we inzicht in de schade die het aanricht als we hun door ons land heen en weer slepen, kunnen we nadenken over hun noodzaak opnieuw te wortelen, en zien we de belofte dat ze vrucht zullen dragen.
(Deze bloemen zijn gemaakt door de kinderen in de crises opvang in Culemborg.)
Vorige week waren we met een aantal mensen van de Wakegroep bij een demonstratie voor de in Nederland geboren Ljowa. De school had deze voor hem georganiseerd. Hij loopt het risico uitgezet te worden naar Armenië, het land van zijn ouders, waar hij zelf nooit geweest is.
En het is nu dat Ljowa, en vergelijkbare families in het nieuws komen. Dit vloeit voort uit de kinderpardonregeling die begin 2018 is afgesloten. De regering heeft toen belooft om gezinnen zonder asielstatus, maar met een kind dat al vijf jaar in Nederland was, een vergunning te geven. Het aangevoerde argument was worteling. Een kind dat al zo lang onderdeel uitmaakt van de Nederlandse samenleving, de taal spreekt en vrienden heeft gemaakt, wordt onherstelbaar beschadigd als hij weggestuurd wordt.
Zo ruimhartig als ik het nu zeg was de regeling niet, er zijn meer voorwaarden. Gezinnen moeten een aanvraag doen. Als die geweigerd worden kunnen ze in beroep. Het gegeven oordeel kan aangevochten worden in de meervoudige kamer zowel door de families als de IND. Het eindoordeel geeft de Hoge Raad. Ondertussen zijn alle termijnen van deze zaken verstreken. Dus we weten nu hoe de regeling uiteindelijk uitwerkt.
Aan Ljowa is de vergunning geweigerd uiteindelijk dus door de Hoge Raad. Ik wil u toch lastig vallen met de juridische details. Dat kan even taai zijn. Wij delen namelijk met Ljowa in dezelfde rechtsstaat. Ik gebruik hierbij de documentatie van Martin Vegter van Defence voor Children. Deze organisatie komt op voor de rechten van kinderen, dus ook voor kinderen die vreemdeling zijn.
Centraal staat een formulier. Bij de geboorte van een kind kun je dit met een formulier doorgeven aan de IND. Dit is echter niet verplicht. De ouders van Ljowa hebben dit ook niet gedaan. Volgens de toenmalige regels had dit ook geen zin. Ze hadden geen lopende asielzaak, en dan heeft zo’n formulier geen enkele invloed. Martin Vegter formuleert het zo “Het formulier heeft geen enkele juridische waarde”.
Dat is overigens niet zomaar een mening van Martin Vegter. Kamerleden hebben hier een vraag over gesteld aan de staatssecretaris: “Heeft dit formulier juridische waarde”. Nee, zegt de staatssecretaris, “Ik geef toe, dit formulier heeft geen enkele juridische waarde”.
En nu zeven jaar later, is er veel gebeurd. Ljowa en zijn familie zijn nog steeds hier. In Armenië is er oorlog geweest, en hier in Nederland is de kinderpardonregeling afgesproken. Kinderen die meer dan vijf jaar in Nederland zijn krijgen recht op verblijf. En voor een groot aantal kinderen is de regeling een succes. Ze hebben een vergunning, en kunnen hun leven veilig voortzetten. Of pas echt beginnen met leven, zoals veel van hen dat voelen.
Maar Ljowa niet. Wat blijkt: het eerder genoemde formulier ontbreekt. Anderen hebben op grond van dit formulier kinderpardon gekregen. De familie van Ljowa niet. Hadden ze het kunnen weten. Op geen enkele manier. Veranderd het formulier de feiten. Op geen enkele manier. Ljowa woont zeven jaar hier, en zijn wortels zijn overduidelijk. Zijn hele school voert actie voor hem. De Hoge Raad helpt hem niet. Er is een verschil, en de IND mag kennelijk iets doen met dat verschil. Martin Vegter is razend. Willekeur noemt hij het, en onbehoorlijk bestuur. Dat is de ergste belediging die een jurist heeft.
Hoe moeten we dit duiden? Er zijn andere zaken waarbij vergelijkbare spitsvondigheden de reden zijn om kinderen een vergunning te onthouden. Ik noem ze:
Nune en Davit, Hun verblijfplaats was drie maanden niet bij de IND bekend. Uiteindelijk bleek het in een brief van een verloskundige te staan.
Layam en Karin. De kinderen zijn gevlucht uit Syrië. De IND vond echter een Marokkaanse link in de familie en probeert ze naar dit land uit te zetten.
Jacob en Tina. Dezelfde gedachtekronkel, nu vond de IND een link met Armenië.
Ik ga even terug naar het ontstaan van de kinderpardonregeling. Wij hebben daar ook actie voor gevoerd. We waren toen heel blij voor de kinderen. Het was echter ook een deal. Tegenover het recht op kinderpardon, stond een prijs met een concreet aantal. Aan 750 UNHCR vluchtelingen werd de veiligheid ontzegt. Het was handel, het ene mensenleven werd uitgeruild tegen het andere. Het was legale mensenhandel.
En wanneer is een deal een succes, in het hoofd van de dealmakers. Zodra je meer binnenhaalt als je weg moet geven. Dat maakt de kinderpardonregeling voor hen ook een risico. Stel je voor dat er meer kinderen recht op blijken te hebben dan deze 750. Dan heb je de deal verloren. Dat doet het slecht in de beeldvorming.
Mijn gevoel is dat dit soort getallen via de partijkanalen door worden gegeven aan de IND. De IND moet de wet uitvoeren, maar aantallen zorgen voor druk. En dan wordt er gezocht naar ruimte binnen de wet.
Nu is het mogelijk om te gaan denken in schurken en helden. Een schurk bij IND heeft gevonden, dat er voor Ljowa geen formulier was. Goed voor de boekhouding, nu kan er weer een vergunning minder worden uitgedeeld. Maar misschien zijn er ook helden. Iemand binnen de IND, die hart heeft voor deze gezinnen, heeft het formulier gevonden. Misschien is het er niet voor bedoeld, maar kan het een aantal gezinnen helpen. Willekeurig, maar goed voor deze families (en dat horen wij natuurlijk niet in de publiciteit).
Misschien ga ik te ver in mijn verbeelding. We weten niet precies wat er gebeurt. Maar één ding weten we wel, er wordt niet beslist vanuit het belang van het kind. Deze rechtsstaat, die wij met Ljowa delen, beslist niet vanuit het belang van het kind. Soms misschien, maar het is geen zekerheid. Het is willekeur.
Een ander nieuwsfeitje, meer dan duizend kinderen zijn van hun ouders gescheiden, gerelateerd aan de toeslagen affaire. Als wij, als maatschappij, niet opkomen voor de kinderen van vreemdelingen, wordt het ook eenvoudiger om aan de rechten van andere kinderen voorbij te gaan. Op een dag zijn het onze eigen kinderen.
Daarom staan we hier, om te laten zien dat dit niet hoort (onbehoorlijk is), en dit niet ongezien mag gebeuren.
De moord op Peter R. de Vries heeft Nederland geschokt. Een aanslag op de rechtsstaat. Dat was is in de eerste week de duiding van een aantal politici.
Daarna kwamen de verhalen van andere mensen. We zullen hem missen. Peter R. de Vries was een held. Hij kwam op voor mensen, die het echt nodig hebben. Mensen die in de steek gelaten zijn door het systeem.
Dat is ongemakkelijk. Hier in Nederland doen we alsof het goed geregeld is. Ons ministerie van buitenlandse zaken laat zelfs cursussen over de rechtsstaat maken, om andere landen hier in te onderwijzen. Toch hebben we behoefte aan helden om ons veilig te voelen.
Het is ongemakkelijk. Zelfs een partij als de VVD heeft in haar verkiezingsprogramma staan, dat de overheid een schild moet zijn voor de zwakken. En over vluchtelingen, daar zijn we hiervoor bij elkaar gekomen, staat er, dat er bescherming moet zijn voor de vluchteling die het echt nodig heeft.
Wie heeft het echt nodig? Misschien mensen, die met gevaar voor hun eigen leven, ons informatie geven over een wraakzuchtig regime. In de volkskrant van 24 juli stond een opvallend verhaal. Twee jonge Russische mensen hebben in 2016 in Nederland asiel aangevraagd, of de vlucht voor de FSB, de Russische veiligheidsdienst. Hier in Nederland hebben ze contact gezocht met de recherche, ze bleken uiterst waardevolle informatie te hebben over de MH17. De recherche gaf hun het dringende advies, om hier met niemand over te spreken. Niet alleen zijzelf zouden hierdoor in levensgevaar komen, maar ook hun achtergebleven familieleden. Toch krijgen ze geen vergunning, volgens de IND hebben ze de procedure niet goed gevolgd. Ze hadden dat de uiterst gevoelige informatie gelijk in hun eerste gesprek moeten geven. Twee instanties in Nederland kunnen niet goed samenwerken. Dit stuurt een boodschap naar alle mensen, die in verzet komen, en op zoek zijn naar meer democratie. “Daar, in het vrije westen, is geen bescherming voor jou”.
Wie heeft het echt nodig? Precies hetzelfde geldt voor de tolken die onze militairen in Afghanistan hebben geholpen. Onmisbaar was hun werk, en met hun kennis van taal en de omgeving hebben ze de levens van mensen gered. Maar ook hebben ze hun vertrouwen in ons gesteld, en de Taliban is dat niet vergeten. Nu horen we in het nieuws, dat de ene, na de andere stad bedreigt wordt door de oprukkende Taliban. Deze tolken hebben recht op een vergunning in Nederland. Nederland zegt zijn uiterste best te doen. Toch zijn er minimaal zeventig tolken met hun gezinnen nog steeds niet in veiligheid.
Afghanistan, de situatie wordt snel onveiliger. Vorig jaar was het al het dodelijkste land in de wereld. Toch zette Nederland de afgelopen jaren honderden Afghanen uit, waaronder tientallen kinderen. Defence for Children roept, samen met zes organisaties op om direct met deze uitzettingen te stoppen, totdat de situatie daar duidelijk wordt. De Tweede Kamer is echter met reces, en kan nu niet met indringende vragen de staatssecretaris ter verantwoording roepen.
Nog een herinnering aan Peter R. de Vries. Deze werd gedeeld door Esther van Dijke. In de tijd dat Lili en Howick uitgezet dreigden te worden, bood hij aan dat de kinderen bij hem onder konden duiken. Laat dat voor ons, en onze politici, een voorbeeld zijn. Misschien kunnen we de rechtsstaat als beste beschermen, door ons als de rechtsstaat te gedragen.
Dit wordt mijn laatste politiek cabaret. Ik weet natuurlijk niet of dit echt zo is. Politiek cabaret is geen officiële functie binnen de ChristenUnie Culemborg. Je wordt per keer gevraagd. Dat gebeurde meestal door de voorzitter, dat was Simone. Die is nu opgevolgd door Dicky, en dan wordt het vast anders. Natuurlijk vind Dicky grappen over Gert-Jan Segers ook toegestaan, maar om iemand dan terug te vragen, dat is ook zo wat.
Toch is het ook goed dat iets de laatste keer is.. Een cabaret heeft altijd een morele lading. Ik probeer een boodschap mee te geven. Na een aantal keer ga je jezelf herhalen. Dat zal vanavond wel weer gebeuren. Op een bepaald moment wordt dat dan pijnlijk.
Vanavond probeer dat te voorkomen door een veilig onderwerp te kiezen. Een onderwerp dat geen politieke controverses kent, namelijk de algemene verordening voor de privacy. Dat is een uitermate neutraal onderwerp. Het is ook grappig te maken. Iedereen heeft er wel op een of manier, zijdelings, mee te maken. Dat maakt het herkenbaar. Meestal roept het irritatie op. En irritatie is ook energie.
Daarnaast was ik de laatste twee jaren uw privacy officer, belast met verantwoord gegevensgebruik binnen de ChristenUnie. Ik heb hiervoor een cursus bestaand uit drie modulen gevolgd bij het partijbureau. Vervolgens hoefde ik niets te doen. We hebben de laatste twee jaar namelijk geen gegevens gebruikt. Maar twee maanden geleden was het moment daar. Via Simone kwam een informele verzoek om een lijstje met alle leden leden, onder ander voor de verkiezingslijst. Hier was ik voor opgeleid. ‘Ho, ho, dat gaat zomaar niet’ . Macht is pas echte macht als het hindermacht is.
Ik hoor nu al gezucht. “Wat doe je moeilijk. Wat kan er mis gaan? We kennen elkaar toch. We vertrouwen elkaar toch.”
Gert-Jan neemt mijn functie over. Jullie kunnen het in het vervolg allemaal met hem regelen. Ik wil voor jullie echter wel schetsen voor welk onheil ik de afdeling behoedt heb. Ik ga samen met jullie een kijkje nemen in het brein van een oplichter. We zullen zien welke stappen deze zet om zijn doel te bereiken. Hierbij gaan we van gegevens naar geld.
Het beginpunt is het ledenbestand van de ChristenUnie. Wat kun je ermee?
Stap één, bedenk wat gebeurd er nu mee gedaan wordt. Officiële organen, het partijbureau, en de afdeling, versturen officiële dingen naar de leden. Dat geeft richting aan het potentieel, namelijk om dingen die officieel lijken versturen naar dezelfde leden.
Voor stap twee beginnen we aan bij het einddoel, het verkrijgen van geld. Een oplichter heeft ruwweg drie opties:
Chantage. Dat is echter lastig, want dan moet hij iets van u weten. Bovendien brengt het de opgelichte in een onbekende situatie, waardoor deze onvoorspelbaar gaat handelen. Moeilijk om een plan voor te maken.
Iets verkopen en dat vervolgens niet leveren, dat al een stuk beter uitvoerbaar. Dingen kopen doen we allemaal iedere dag.
Een gift voor een niet bestaand doel. Dat is het het meest eenvoudig. Mensen vaak ook niet achter. Ze hebben een goede gevoel over wat ze gedaan hebben, en zoeken vaak niet verder. Dan kunnen ze dit gevoel immers verliezen. Dat laatste is past goed bij de ChristenUnie. Het is immers een non-profit en deze wennen hun achterban aan het geven. Waarschijnlijk wordt in de officiële e-mails ook vaak om giften gevraagd.
De volgende stap bestaat uit onderzoek. Wat zou een aannemelijk goed doel zijn, waarvoor mijn gestolen data subjects te motiveren. Hier helpt de volgende karakteristiek van een politieke partij. Het is een propaganda machine is en ze willen de wereld in beweging brengen. Daarbij beschrijven ze heel precies waardoor ze zelf in beweging gebracht worden.
Een recente blog van Seegers over Israël bevat uitstekende informatie. Hij reageert hier op externe kritiek: Israël blijkt de rechten van de Palestijnen te schenden. Seegers draait er niet om heen, hij geeft het direct eerlijk toe. Dan komt hij echter met zijn verklaring. Israël wordt in zijn bestaan bedreigt. In zo’n crisissituatie is het toegestaan over een paar principes heen te stappen.
Voor een oplichter is dit goud. Israël roept heel veel op bij de achterban van de ChristenUnie. Daarnaast wordt hier aangeleerd om principes uit te schakelen. Deze uitschakeling (zo zegt het oplichtershandboek) is agnostisch. Zij neutraliseert niet alleen het geweten bij burgerrechten, maar ook de intuïtie voor het voorzichtig omgaan met mail.
Ik hoor een protest, zo heeft Seegers het vast niet bedoelt. Dat maakt het juist briljant. Intentie speelt geen rol, het gaat om de werking. En de mensen die roepen dat ze dit herkennen, helpen goed mee. Ze maken het mechanisme onzichtbaar. De kans op slagen is groot en de kans op ontdekking is klein.
De laatste stap vraagt creativiteit. Wat is een geloofwaardig doel dat met Israël te maken heeft. Israël lijkt zichzelf heel goed te kunnen redden, dus er moet breder gekeken worden. Een goed idee, is een actie om joden te helpen naar Israël te vluchten. Belangrijke elementen zijn actualiteit en urgentie. Wat is staat er nu voluit in de krant? Er is een opstand in Wit Rusland. Het is wel voorstelbaar te maken dat daar nu joden wonen die nu weg willen. Het Wit Russische regime jaagt angst aan en dat rechtvaardigt geheimhouding (en voorkomt kritische controle). Het eindproduct van onze oplichter kan een persoonlijke email zijn, met in de eerste alinea’s de opmerking “Normaal doen we dit niet”. Onder de e-mail staan de foto’s van een ernstig kijkende Joël Voordewind en Eppo de Bruijn. En een bankrekeningnummer in Litouwen maakt het helemaal af.
Voor de duidelijkheid, ik verzin dit allemaal. Niemand heeft toch zo’n mail gekregen. Jullie geloven dat soort dingen toch niet.
Ik heb het overigens niet helemaal verzonnen. In Amerika gebeurt dit echt. De voormalige president, Trump, had ook een belangrijk doel waarmee hij zijn achterban in beweging bracht. Het bouwen van een muur, om Amerika veilig te houden. En Steve Bannon begon geld in te zamelen voor deze muur, bij zijn aanhangers. Het geld hield hij op zijn eigen bankrekening. Dat de muur er niet kwam was natuurlijk de schuld van de linkse Democraten. Steve Bannon is gepakt, maar het schijnt dat er nog steeds mensen goed verdienen aan de Trump World.
En nu naar Nederland, hoe ging Sywert te werk. Je vindt een aantal elementen uit het oplichtershandboek terug. De insider, de grote crisis, de tijdsdruk, en de gelegenheid geven om het goede te doen. Alle bestaande controlemechanismen werden uitgeschakeld met de zin “Waarom zetten we niet een paar goede mensen, die we kennen, bij elkaar, en lossen we dit op” Het sterke van Sywert is hij er waarschijnlijk zelf echt in geloofde. De winst van een aantal miljoenen was echter goed. Tegenwoordig is dat genoeg om een partijleider te kopen.
Het verschil tussen mijn inlevingsexperiment en de zaken die we kennen uit de media is dat de oplichter helemaal niet van buiten komt, en zich anders voordoet. Het is een insider, die zich gedraagt zoals we van hem verwachten.
Dat is een somber teken. Het gevaar komt wellicht van binnen. De slang is misschien al in het paradijs. Hier is de ChristenUnie kwetsbaar. We zijn blij met de nieuwe mensen, maar ze komen wel allemaal uit dezelfde groep. Op een bepaald manier geven we de ChristenUnie terug aan de NGK. Wat wordt jullie anker? Zijn dat je principes, je geloof. Of laat je je sturen door je eigen groep, omdat jullie daar iedereen kennen.
Nu schakel ik, koud, zonder bruggetje, naar het onderwerp wat jullie van mij verwachten. Ik wil het hebben over de vluchteling of de migrant. Ik kies hier voor een oefening die past bij de bijbelquiz achtige vorm. Wie kan mij een belangrijke bijbelse figuur noemen die geen migratiegeschiedenis heeft, op sleutelmomenten in zijn leven.
De toehoorders van dit cabaret konden geen voorbeeld noemen. De grote namen zoals Abraham, Mozes, David, Elia, Jezus en Paulus kwamen niet in aanmerking. Wellicht Salomo.
Wat zou dat betekenen. Ik denkt dat dit wel zeggen het evangelie te groot is voor één groep, één stam of een volk. Het kan slechts gedragen worden door de hele gemeenschap van heiligen.
Dus ga op zoek naar andere christenen. Zoek ze op in andere kerken. Zoek ze bij de katholieken. Zoek ze bij de Molukkers en de Surinamers. Zoek ze bij de Polen die in onze boomgaarden werken. Zoek bij de Armeniërs die in ons land veiligheid zoeken. Dat zal jullie richting geven in jullie roeping. Dat zal bijdragen aan jullie redding.
Politiek caberet uitgevoerd op de ALV van de ChristenUnie juni 2021
“Hebt u ruzie met uw vrouw, of wil uw dochter niet luisteren” Het meisje bij het postafhaalpunt was nieuwsgierig. Het pakje dat ik kwam ophalen was opgestuurd in de oorspronkelijke doos, zodat het overduidelijk was dat er een megafoon in zat.
“Ik heb hem morgen nodig, bij een demonstratie, in Zeist” antwoordde ik. “Wat is daar dan?”, wilde ze weten. “Dat is de plaats waar kinderen worden opgesloten, voordat ze worden uitgezet”. “Uitgezet, uitgezet, u bedoelt teruggestuurd naar hun land van herkomst” Land van herkomst, wat een merkwaardig precieze term voor een meisje bij de kassa. Wellicht had ze zelf ook een land herkomst. Ik had haar eerder met een collega horen overleggen in een andere taal.
“Naar welk land dan?”, ze wilde het toch weten. “Eén gezin naar Iran, twee gezinnen naar Afghanistan”. Ze werd stil, ze moest slikken. “Iran, Afghanistan” “Goed dat u dit doet” zei ze nog, maar ze was nog bezig te verwerken, dat dit nu echt in Nederland dreigt te gebeuren.
Ik pakte de megafoon op en nam hem mee. Wat is er toch met mijn land van herkomst, dat ik het nodig vind een megafoon te bestellen?
Simone preekt in het ziekenhuis, waar geen kerktelefoon is, en de preek dus niet wordt opgenomen. Maar op 7 juli was ze in de dorpskerk van Nieuwegein en daar doen ze dat wel. Dus nu hebt u de kans een preek te downloaden en af te luisteren. Het thema is ‘onreinheid’ en de preek begint met de vraag of je een voetbalwedstrijd mag kijken in de kerk.
Het kerkasiel is voorbij. Zondag 10 februari hebben we dat gevierd in de grootste kerk die ze konden vinden in Den Haag. Samen met de anderen ben ik opgelucht en blij. Maar toch, ik mis het.
Ik ben blij voor de familie Tamrazyan. Iedere keer dat ik terugkeerde naar de Bethelkapel om een dienst bij te wonen (en soms te leiden) drong hun situatie iets dieper tot mij door. Het was een gezin zoals het mijne, alleen met minder rechten. Dat ontnam hen ook de zekerheid. Dit legde een grauwe waas over iedere gedachte aan de toekomst en onttrok daar iedere kleur aan.
De familie Tamrazyan was altijd heel beleefd en spaarzaam met feiten over hun leven. Het gesprek met de vele bezoekers had hen geleerd behoedzaam met ons om te gaan. Na de dienst vertrokken wij immers weer terug naar huis, beschermd door ons rode paspoort, en wilden zonder al te veel ballast weer verder kunnen met ons leven.
Bij de laatste ontmoeting, begin januari, begon ik het gewicht van die grauwe sluier te voelen. Die was aanwezigheid in alles wat ze deden, en de voortdurende druk putte hen uit. Ze hielden dapper vol, ze hadden geen andere keuze.
Ik ben blij met het regeling, met de hoop die de afspraken geven. Het geeft verlichting voor de familie. Ze kunnen weer naar buiten. Een groot feest als waardige afsluiting was hier heel passend.
Maar toch ik mis het kerkasiel. Want de familie Tamrazyan staat niet alleen. Ze vertegenwoordigen een grote groep mensen uit ons hele land.
Zo ben ik naar een demonstratie geweest in Gilze Rijen. De gemeenteraad was hier gevraagd met de kinderpardon motie in te stemmen. Dit had zij echter twee keer geweigerd. Dat is wrang, want in Gilze Rijen is een gezinslocatie. Daar komen uitgeprocedeerde asielzoekers terecht, als er in de AZC’s geen plaats meer voor hen is. Zij waren ook uitgenodigd voor de demonstratie, en ik stond tussen de gezinnen die niet beschermd werden door de liturgie. De grijze waas had hier donkere plekken. Dat was de angst om in het uitzetcentrum centrum van Zeist terecht te komen, en vervolgens gedwongen te worden te vertrekken naar Rusland, de Oekraïne of Armenië.
Ik ben ook bij Kamp Zeist geweest om mee te doen aan een wake. De grijze sluier was hier verdicht tot een zwarte walm. We moesten meemaken hoe de Nederlandse overheid, kinderen van hun geboortegrond verwijderde en hun zo de toekomst ontnam. Het enige wat wij nog konden doen was hun namen over de hekken schreeuwen, om zo iets van hun mens zijn te behouden.
Ik heb met asieladvocaten gesproken, die het op zich genomen hebben om de gezinnen te verdedigen. Zij verdiepten zich in wel in de details, en leerden zo wat mensen kan overkomen en wat andere mensen ze aan doen. Om de zaak goed mogelijk te kunnen bepleiten voelden ze zich verplicht het zo helder mogelijk aan de rechter voor te leggen. Vaak lukte het om het hart in beweging te krijgen. Toch kregen ze geen gehoor, omdat de regelingen het niet toelieten.
In het kerkasiel was hier plaats voor. Ik kon als gelovige iets concreets doen. Alleen door mijn aanwezigheid kon ik laten zien dat ik het onaanvaardbaar en zelf onverteerbaar vond. Het was voor de kinderen een teken van hoop, voor ons een aanmoediging om te volharden, en voor de beleidsmakers een waarschuwing, dat hun daden niet ongezien waren.
De huidige regeling geeft verlichting, maar ik blijf argwanend. Partijen die zich laten voorstaan op hun strengheid hebben weer regels toegevoegd waarmee ze hun ongenade kunnen laten zien. De onzekerheid en de angst voor veel kinderen blijft.
Daarom mis ik het kerkasiel. Het was een succesvolle interventie tegen het onrecht. Ik verlang naar een alternatief om dit voort te zetten. Want ons land kan nog niet zonder gebed.
Het kerkasiel heeft een aantal theologen verontrust. Marcel Barnard heeft er een artikel over geschreven in Woord en Dienst. Elsbeth Gruteke heeft zijn argumenten overgenomen voor een programma van de EO. De zorg is dat de liturgie hier ingezet wordt als een wapen. Maar hoe werkt dat dan, liturgie als wapen? Ik heb hier een voorbeeld bij.
Daarvoor moet ik iets meer dan een maand terug. Culemborg is in rep en roep. Onverwacht zijn de twee broers Andropov opgepakt en opgesloten in het detentiecentrum Zeist. Binnen twee dagen zullen ze uitgezet worden. De enige concrete actie die de betrokken burgers overblijft is het organiseren van een wake. De tijd is kort, er wordt een facebook event aangemaakt en er worden mails doorgestuurd. De wake zal al de volgende dag zijn.
Ervaren actievoerders in het comité stellen belangrijke vragen. Mag dat zomaar, een wake? Is dat dat niet een soort demonstratie? Moet daar geen vergunning voor worden aangevraagd? Kan dat op deze korte termijn? De Wake groep Zeist wordt opgebeld. Zij hebben hier veel ervaring mee. Demonsteren mag altijd, het blijkt een grondrecht. Wel moet het op tijd gemeld worden bij de bevoegde instantie. Bij een noodwake kan dat natuurlijk niet. Tot nu toe is dat goed gegaan. Aangeraden wordt om geen fakkels te gebruiken, maar electrische waxinelichtjes.
De volgende dag komen er ongeveer dertig mensen bij elkaar op de parkeerplaats voor het detentiecentrum. Het is al donker. Als ze op weg gaan naar de poort gaat deze open en komt er een politiebusje naar buiten rijden.
Het is onduidelijk hoe het werkt met een wake aanmelden. We staan immers wel bij een detentiecentrum. Misschien kan onze demonstratie toch verboden worden. We zouden met teveel kunnen zijn. Een beroep op de openbare orde is altijd mogelijk. En er staat spanning op deze wake. Het is nog maar drie dagen geleden dat een nota van vooraanstaande wetenschappers op het binnenhof is gepresenteerd, die aantoont hoe schadelijk detentie en uitzetting is voor kinderen. Bijna direct zijn de jongens opgepakt, alsof de politiek wil laten zien, dat dit hun niets doet. De publieke verontwaardiging is groot. Zouden de bewakers daarbinnen zich hier zorgen over maken? Zijn ze bang dat het helemaal uit de hand loopt? Hoeveel mensen zitten er eigenlijk in het busje? Zijn ze klaar om te bellen en versterking te vragen?
Binnen de groep zijn veel kerkmensen. Ze hebben vaker samen gedemonstreerd. Bijna intuïtief steken ze hun lichtjes aan, en lopen rustig vooruit. Ze beginnen het Taizé lied te zingen, dat met zijn slepende melodie het protestlied begint te worden van het kinderpardon.
Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur, dat nooit meer dooft.
De mannen in de bus, draaien en het raampje open, en laten de groep voorbij lopen op weg naar het hek. De spanning ebt weg. Ze hebben besloten niet in te grijpen.
Wat gebeurd hier precies? Waarom werkt dit? Waarom heeft het zingen van toch eenvoudig lied zo’n de-escalerend effect? Misschien verklaart de psychologie het wel. Het is lastig geconcentreerd zingende mensen streng aan te spreken. Maar daarmee is niet alles gezegd. Het komt ook door het lied.
Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur, dat nooit meer dooft.
Allereerst wordt het gezongen voor de opgesloten broertjes. Hun situatie is grimmig, en ieder sprankje hoop is nodig voor hen. Maar de actievoerders zingen ook voor henzelf. Ze voelen zich machteloos, en het zingen van het lied geeft ze toch nog de kans iets te doen. Maar het zingen is ook voor de bewakers. Zij voeren hun werk uit, en moeten er voor zorgen dat alles volgens goede orde verloopt. Maar zouden zij er voor gekozen hebben om kinderen op te moeten sluiten. Voor hun is dit waarschijnlijk ook het moeilijkste, misschien donkerste onderdeel van hun werk. Het lied sluit hen ook in.
Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur, dat nooit meer dooft.
Het lied zingt van het verlangen naar de vrede, en het is een uitnodiging om aan de vrede bij te dragen. Het stelt bewakers gerust. Het laat zien dat de demonstranten afzien van agressie en nodigt hen uit hetzelfde te doen.
Zo werkt het kerkasiel ook. Het beschermt de familie Tamrazyan tegen de Dienst Terugkeer en Vertrek. Maar het beschermt de DTenV ook tegen het schenden van zijn eigen aard. De dienst is onderdeel van het Ministerie Justitie en Veiligheid en behoort bescherming te bieden aan een ieder die dat nodig heeft. Het beschermt politici tegen hen zelf. Ze hoeven niet, gedreven door angst, onschuldige kinderen schade aan doen.
De liturgie is een wapen, maar gericht op de verdediging. En die is niet alleen voor hen die toevallig in de kerk zitten, maar voor iedereen binnen het bereik van het gezang en het gebed. Dat moeten de gelovigen zich door geen enkele theoloog laten ontnemen.
De basis voor deze blog is het politiek commentaar op de nieuwjaarsbijeenkomst van de ChristenUnie Culemborg in 2019
Ik wil terugkijken op dit weekend. Het thema wordt daardoor vertrek. Zaterdagochtend, werd vanuit kamp Zeist de famillie Andropov uitgezet. Zondagmiddag nam Kees afscheid van het ambt van predikant. Alletwee hebben ze een soort negatieve motivatie.
Laat ik beginnen met Kees. Hij wordt nu fotograaf. Dat klinkt wel heftig. In eindtijdtaal zou je kunnen zeggen: “Dienaar van het Woord wordt maker van beelden” Maar dat geeft hij zelf niet als motief. Hij kon binnen in zijn kerk, de NGK, niet voldoende ruimte vinden, om te zijn wie hij was.
Wat, is er voor Kees geen ruimte bij de NGK? Wat is daar aan de hand? Hij past er precies bij. Hij heeft de goede nationaliteit, de gemiddelde leeftijd, de juiste huidskleur. Hij is een cisgender, netjes getrouwd, vier kinderen, komt uit een NGK nest. Hij schijnt CDA te stemmen, maar zijn vrouw stemt gelukkig ChristenUnie. (Even een opmerking voor de lezer, ik ga ervanuit dat iedereen weet wat de NGK is. Wie wil weten wat cisgender is stuurt maar een email). Wat maakt dat hij zegt dat juist voor hem weinig ruimte is. Ik stop nu over Kees, maar ik wil iets beschrijven wat kenmerkend is aan onze protestantse kerk. Ik word hierbij geholpen door de joodse filosoof Herschel; hij geeft aan dat er ongemerkt iets is veranderd.
Laat ik als voorbeeld deze synagoge nemen, waar de NGK kerkt. Als de dominee binnenkomt loopt hij dankzij de joodse architect, in de richting van Jeruzalem. Dat is de plaats waar volgens de joden hemel en aarde bij elkaar komen, waar je je gezicht naar toe richt als je gaat bidden. Dat is de plaats waar je het van verwacht. Dus de dominee komt binnen, en draait zich om, Zo staat hij met de rug naar Jeruzalem. De architectuur van de Open Hof heeft wat minder verhaal, maar het werkt op dezelfde manier. De dominee komt binnen, en draait zich om, en staat met de rug naar het kruis.
Dan begint het gepraat. In de moderne protestantse kerk vinden we ook dat dit eerlijk verdeeld moet worden. De juf van de kindernevendienst vind dat de dienst geschikt moet zijn voor kinderen. (Niet teveel geweld graag, daar kunnen de kinderen niet tegen). De filosoof wil graag de moderne wetenschap in de preek hebben. En een zekere Klaas wil dat het begrijpelijk is voor de buitenstaander.
Met de liederen is het nog erger. Sommigen willen alles uit het liedboek zingen. Andere willen graag de nieuwste Opwekkingsliederen zingen. Uitzondering zijn de Evangelischen die wat ouder zijn, die willen juist de lage nummers. En Klaas laat weer van zich horen, hij wil dan weer dat het zingbaar is. In de beperkte ruimte en tijd moet dan voor ieder wat wils gepropt worden.
Sommige gemeentes proberen dit proces te reguleren, om het zo om dit eerlijk te verdelen. Dat gebeurt door het versturen van email. Simone heeft een keer in de Open Hof gepreekt en kreeg zo twintig e-mails. Dat maakt deze gemeente gemiddeld. In Zeist versturen ze veertig e-mails.
Al die witte, Nederlandse, cisgender gemeenteleden, van middelbare leeftijd willen allemaal hetzelfde tegenstrijdige ding: tevreden gehouden worden. Begrijpelijk dat iemand afhaakt. Met de rug naar het Kruis ontstaat er een tekort.
Vrijdag avond ging ik met Simone naar Zeist om te protesteren bij het uitzettingscentrum. Dat voelde ook als een religieuze plicht. We namen geen liedboek mee. “Neem maar wel je paspoort mee”, zei Simone. Het kan handig zijn om aan te tonen dat je Nederlander bent. Het gezelschap was wat gemengder. Een jonge vriendinnetje van de russische school. Een Iraanse vriend, die ook in het centrum had vastgezeten. Een SP er die altijd meeliep in dit soort evenementen. Dat soort volk was er.
We begonnen met een wandeling rond het centrum. Ik raakte aan de praat met een Oekraïense man. “Waarom doen jullie dit?” was zijn vraag. “De hoeveelheid steun heeft mij verbaasd, zoveel mensen die in beweging komen. Tweeduizend mensen die lawaai maakte op het plein van Culemborg.”
Ik kan best wel een beetje vroom praten. Ik zei: “We doen dit want we zijn Christenen. In onze Bijbel staat dat we zorg moeten dragen voor de vreemdeling. Dat we ons moeten herinneren dat wij zelf ook vreemdeling zouden kunnen zijn. Het is slechts toeval dat we Nederlander zijn, we hebben er niets voor hoeven doen. Daarom moeten we ruimhartig met dit soort situaties omgaan”
Hij hoorde mij beleefd aan, zoals dat hoort als iemand vroom praat. Het deed hem zelfs wel iets; hij was zelf een migrant. Hij was hier gekomen als IT er en werkte bij voor een bedrijf met een buitengewoon Nederlandse naam. Daarover zei hij: “Dat klinkt wel zo, maar het is eigenlijk een heel internationaal bedrijf”. Hij had net vorig jaar zijn paspoort gehad. Toch wilde hij mij één ding duidelijk maken: “De Andropovs zijn misschien illegaal, maar het zijn ondernemende mensen. Het zijn mensen die er iets van probeerden te maken. Je moet ze niet laten gaan. Nederland benadeelt zichzelf hiermee ook”. Dit is eigenlijk een VVD-standpunt en past bij iemand die in het grootbedrijf werkt.
Toen ik dit maandag aan een GroenLinkser vertelde, ontplofte hij bijna: “Daar gaat het niet om. Deze mensen moeten geholpen worden”. Toch is het goed om in termen van winst en verlies te denken. Op de radio hoorde ik hoe de Andropovs zijn opgehaald. Tien mannen zijn ingehuurd om ze op te halen van Camping Beaugarde. Negen marechaussees gingen mee in het vliegtuig. Wat een kosten zijn er gemaakt, gewoon in geld. Wie heeft hier zoveel geld voor over?
Op weg naar het vliegtuig werden de handen van de Andropovs geboeid (Bij kinderen onder de acht vonden ze dat niet nodig). Welke gedachte zit hier achter? Wat moet er duidelijk gemaakt worden, dat er zulke middelen ingezet worden. Waar zijn we zo bang voor? Stel dat we hier ruimhartig mee omgaan, mag dan iedereen in dezelfde situatie blijven? Dat zijn vijfhonderd kinderen. Verliest Nederland daarmee zijn identiteit? Zijn deze vijfhonderd kinderen nu een bedreiging voor onze rechtstaat?
Sommige kosten kun je niet zien. Kinderen op de scholen van Culemborg weten nu dat hun vriendje zomaar kan verdwijnen. Of is dat geen schade maar winst. Is dat levenswijsheid die ze later bitter nodig zullen hebben?
We liepen rond de muur van het detentiecentrum. We zongen een lied: “Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft”. In de Bijbel zijn verhalen over muren en zingen en lopen. Die muur stort dan in. Dat is nog niet gebeurd. Tweeduizend Culemborgers hebben lawaai gemaakt voor een ruimhartiger asiel beleid. De staatssecretaris heeft niet bewogen. De muur staat nog. Voor ons blijft het een geloof, iets wat we nog niet kunnen zien.
De profeet Micha beschrijft hoe de stad van God zal zijn. Die stad heeft geen muur nodig, want God zelf zal de muur zijn. Hij sluit geen kinderen buiten, omdat we daar bang voor zijn. En als God zelf de muur rondom ons is, kunnen wij ook niet meer met onze rug naar Hem toe gaan staan.
Met dit politiek commentaar werd de Algemene Ledenvergadering van de ChristenUnie in Culemborg afgesloten. Daarna is het nog een keer gebruikt in een dienst voor het kerkasiel.